Wij spenderen ons geld liever aan een nieuwe lading kleren of een nieuwe tv dan aan het onderhoud van onze auto. Dat was de strekking van een artikel in Het Nieuwsblad van 6 oktober 2016 met als titel ‘ Belgen gebruiken auto langer, maar onderhouden die minder.’
Door Zohra Benhammou
De mobiliteitsorganisatie Touring gaf de belangrijkste resultaten van een studie naar de toestand van onze wagens weer in een persbericht.
Het onderzoek werd gevoerd bij 1000 auto’s. Enkele opvallende bevindingen: 19 % heeft versleten ruitenwissers, 18% versleten banden en 16 % versleten remschijven. In het krantenartikel staat nergens vermeld om welke auto’s het gaat. Bij navraag bij de organisatie werd al snel duidelijk dat het niet gaat om lukraak 1000 auto’s, maar om voertuigen waarvoor wegenwachters moesten uitrukken. Het gaat dus om auto’s die in panne staan en niet om willekeurig 1000 auto’s. Auto’s die niet te maken krijgen met wegenpanne zijn misschien veel beter in orde. De gegevens lijken dus niet representatief voor het Belgisch autopark.
Enkele bronnen in het artikel suggereren dat de auto onderhouden geen prioriteit is en dat we ons geld liever besteden aan andere zaken, zoals op vakantie gaan. “We gaan ook liever een keertje vaker op vakantie dan dat we onze auto onderhouden”, meldde Danny Smagghe, woordvoerder van Touring, Elders in het artikel wordt een gebrek aan middelen aangedragen als reden voor gebrekkig auto-onderhoud. Dit zijn twee heel verschillende verklaringen, en lijken louter hypothesen te zijn.
Conclusie: de meeste elementen in het artikel zijn terug te vinden in een persbericht van Touring en in informatie van Belgische automobielorganisatie Febiac. Bij de verklaring van uitstelgedrag van Belgen bij het onderhoud van hun auto’s worden uiteenlopende, subjectief overkomende uitspraken vermeld. Verder poneert Touring de resultaten van een check bij auto’s met wegenpanne alsof ze algemeen geldend zijn voor het Belgische wagenpark. Hier had de journalist een kritische vraag bij kunnen stellen.