“Steeds meer starters en kmo’s vinden weg naar lening van overheid”, meldde De Tijd op 22 oktober 2016. Volgens dit artikel stijgt dus het aantal startende ondernemers dat de weg vindt naar leningen van de overheid. Ik nam de cijfers onder de loep.
Door Lieselotte Van Hemelrijck
Eerst even de belangrijkste punten die in dit artikel gemaakt worden op een rijtje zetten. Er zijn verschillende soorten leningen in het aanbod van de overheid, die zou het voor beginnende zelfstandigen wat makkelijker moeten maken hun zaak te openen. Sinds juni 2015 bestaat er zo de Startlening +. Die lening is geschikt voor een groter publiek ( alle starters, niet meer enkel ex-werkzoekenden die zich als zelfstandige vestigden zoals voorheen) en het maximale bedrag is opgetrokken naar 100.000 euro. Op vlak van cijfergegevens bevat het
artikel ook een tabel ‘overheidsleningen aan kmo’s verdrievoudigd’.
Mijn vragen hierbij:
1. Is het aantal leningen aan kmo’s effectief verdrievoudigd?
2. Is er ook een stijging in het aantal starters?
3. Starterslening + bestaat nog maar sinds juni 2015 en heeft een groter doelpubliek. Viel deze stijging niet te verwachten?
Gevraagd naar het bronmateriaal liet de journalist mij weten:
“Aangezien halfweg 2015 enkele vernieuwingen waren ingevoerd, leek het me de moeite waard om na een jaar eens na te vragen of dit al tot meer kredieten had geleid. Ik nam telefonisch contact op met Johan Bortier, die voorzitter is van de raad van bestuur van Participatiemaatschappij Vlaanderen/Zelfstandigen( PMVZ). Hij bezorgde me, na navraag bij PMVZ zelf, de cijfers van de voorbije zes kwartalen. Hiervan bestaat geen document of persbericht, enkel een mailbericht.”
1. Is het aantal leningen aan kmo’s wel effectief verdrievoudigd?
Ik kon niet bij de bron van de cijfers geraken, noch via de journalist noch via het PMVZ,
maar kon wel aan de slag met de cijfers die in het artikel ter beschikking waren:
Hier staat dat het aantal overheidsleningen verdrievoudigd is. Als we de cijfers even bekijken is het duidelijk dat het aantal leningen niet verdrievoudigd is maar wél het totaal goedgekeurd bedrag. Dat wil dus zeggen dat er steeds grotere leningen worden verschaft. Het aantal leningen zelf is gestegen met factor 2,4.
2. Is er in het algemeen ook een stijging in het aantal starters?
In de Startersatlas 2016 van Unizo, UCM en Graydon (die online te vinden is) vond ik dat het aantal starters in het algemeen ook gestegen is ten opzichte van 2014:
“In 2015 startten 82.571 Belgen hun eigen zaak. Dit zijn er 1.464 of 1,8% meer dan in 2014. Ook het eerste kwartaal van 2016 oogt positief. Uit voorlopige cijfers blijkt opnieuw een stijging tegenover vorig jaar, ditmaal met 6,4%.”
Hoe meer starters er zijn, hoe groter het publiek van de overheidsleningen ook is. Dus deze twee gegevens zijn zeker recht evenredig.
Conclusie: het artikel is goed onderbouwd. De cijfers komen van een overheidsinstelling met een betrouwbare reputatie. Er is inderdaad een stijging in de toegekende overheidsleningen. Maar ze zijn niet verdrievoudigd. Wat wel verdrievoudigd is, is het bedrag dat de overheid heeft uitgeleend.
Gezien er sinds juni vorig jaar de Startlening + is opgericht én er een blijvende stijging is aan starters in Vlaanderen, was een stijging in dit soort leningen ook te verwachten.